124
Een bedevaartslied; van David. Was Jahweh niet vóór ons geweest: Laat Israël getuigen, Toen de mensen tégen ons waren, Dan hadden zij ons levend verslonden, In hun ziedende woede; Dan hadden de wateren ons verzwolgen, Had ons een stortvloed bedolven; Dan waren over ons heengeslagen De bruisende golven. Maar geprezen zij Jahweh, Die ons geen prooi voor hun tanden heeft gemaakt! Levend zijn wij ontsnapt, Als een vogel uit het net van den vinker: Het net is gescheurd, En wij zijn ontkomen! Onze hulp is in de Naam van Jahweh, Die hemel en aarde heeft gemaakt!